Op deze pagina
Samenvatting
Ik ben niet bang speelt zich af in een denkbeeldig dorp in Zuid-Italië, Acque Traverse. Dorp is misschien niet de juiste definitie, want het zijn maar vier huizen omgeven door korenvelden. Het is de zomer van 1978, in het boek beschreven als een van de warmste van de eeuw.
De hoofdpersoon van het verhaal is de kleine Michele Amitrano, negen jaar oud, die ook de verteller van de roman is.
Samen met zijn zusje Maria en hun vrienden, brengt Michele hun dagen door met ronddwalen in Acque Traverse.
Op een middag bereiken de kinderen een afgelegen huisje. In het huisje vindt Michele een luik, dat naar een gat in de grond leidt. In het donker ziet Michele iets bewegen: het is een mens, opgesloten in het gat. Michele en de andere kinderen rennen weg.
De volgende dag keert Michele terug naar het luik. De persoon die binnenin opgesloten zit, is een kind zoals hij, gevangen gehouden in precaire omstandigheden. Het kind praat niet en is erg in de war. Michele brengt hem dan water en eten.
In Acque Traverse woont Michele met zijn gezin. Hij heeft een vader die van hem houdt en hem genegenheid toont.
Tegenwoordig heeft de familie van Michele een gast: Sergio, die wordt voorgesteld als een vriend van de vader.
Op een avond slaagt Michele erin de toespraken van de volwassenen af te luisteren: ze zitten samen voor de televisie. Op het nieuws vertellen ze over de ontvoering van Filippo, een kind uit een rijke familie in Noord-Italië.
Op dat moment begrijpt Michele dat het kind dat in het hol zit, de kleine Filippo is, en dat de volwassenen zijn ontvoerders zijn.
Michele heeft nu een innerlijk conflict: trouw zijn aan zijn vader of proberen Filippo te redden?
Recensie
Ik ben niet bang is een van de beroemdste romans van de Italiaanse schrijver Niccolò Ammaniti.
Ammaniti's boek, iets meer dan 200 pagina's lang, bevat een groot aantal situaties en thema's. De situatie van de ontvoering, de teleurstelling van de kinderen met volwassenen, de vriendschap met het gevangengenomen kind.
De hoofdpersoon, de kleine Michele, komt in contact met het kwaad en ontdekt dat het dichterbij is dan het lijkt.
Michele wordt gedwongen zijn kindertijd te verlaten om een volwassen wereld te ontdekken die bestaat uit tegenspraak en kwaad.
De solidariteit
Centraal in de roman staat de relatie van solidariteit die Michele aangaat met Filippo. Solidariteit in het boek Ammaniti is een gevoel waartoe kinderen in staat zijn, meer dan volwassenen.
Filippo komt uit een rijke Noordse familie, het tegenovergestelde van Michele. Toch besluit Michele het kind te helpen, dat zich alleen in een vreselijke situatie bevindt.
Bovendien heeft de keuze van Michele consequenties.
Michele kiest ervoor om Filippo, een vreemdeling, te helpen en verraadt daarbij zijn vader, de persoon die hem met genegenheid heeft opgevoed.
Het dramatische einde van het boek is een gevolg van Michele's keuze, een keuze die een prijs moet betalen.
Ik ben niet bang betekent dus niet bang zijn om het goede te doen, het goede boven het kwade te verkiezen, ook als dit consequenties heeft.
De schrijfstijl
Ik ben niet bang is een boek geschikt voor zowel kinderen als volwassenen. Ammaniti staat bekend om het gebruik van een zeer eenvoudige en zuivere schrijfstijl, waardoor het voor iedereen toegankelijk is. Hij gebruikt korte en nooit complexe zinnen.
Hij is meer gericht op het vertellen van gevoelens en emoties, en minder op het zoeken naar een uitgebreide stijl.
Het verhaal wordt lineair verteld; de schrijver maakt geen gebruik van tijdomkeringen of flashbacks.
De tarwevelden
De zonovergoten tarwevelden van het Zuid-Italiaanse platteland contrasteren met de duisternis en het vuil van het gat waar de kleine Filippo gevangen wordt gehouden.
Tarwevelden, zei Ammaniti in een interview, zijn schoon en mooi van bovenaf bekeken. Onder de oren zitten echter veel verstopte, vieze en stekende dingen.
De volwassenen van Acque Traverse zijn ouders die weten hoe ze moeten liefhebben, maar het zijn ook hebzuchtige mensen die kwaad kunnen doen.
Zo ontdekt Michele dat monsters ook mensen kunnen zijn die dicht bij ons staan.
Hou op over die monsters, Michele. Monsters bestaan niet. Spoken, weerwolven en heksen zijn allemaal verzonnen om sukkels zoals jij de stuipen op het lijf te jagen. Voor mensen moet je bang zijn, niet voor monsters.
Kritiek
Sommige lezers hebben gemerkt hoe de 200 pagina's van het boek snel scrollen, mede dankzij Ammaniti's lineaire en effectieve verteltechniek.
Het einde heeft sommige lezers met een beetje ontevreden gemaakt: het gebeurt snel en volgens sommigen heeft Ammaniti het misschien wat meer uitgewerkt.
Ik ben niet bang - de film van Gabriele Salvadores
De gelijknamige film geregisseerd door Gabriele Salvatores volgt het boek trouw. Boek en film verschillen alleen op enkele details. Zo is het einde van de film verlengd ten opzichte van dat van het boek.
Zelfs de film heeft, net als het boek, talloze prijzen gewonnen, waaronder twee Premi David di Donatello.
Over de auteur Niccolò Ammaniti
Niccolò Ammaniti is een Italiaanse schrijver en regisseur, geboren op 25 september 1966 in Rome. Hij publiceerde zijn eerste roman, Branchie, in 1994.
Ammaniti werd in 2001 beroemd in Italië met de publicatie van zijn roman Ik ben niet bang (Io non ho paura de Italiaanse titel), in Nederland uitgegeven door Lebowski.
De bekendheid van de auteur nam in 2003 toe met de release van de gelijknamige film, geregisseerd door Gabriele Salvatores.
In 2007 publiceerde Ammaniti nog een roman die internationaal bekend werd en de Premio Strega in Italië won, Zo God het wil (Come Dio comanda), in Italië uitgegeven door uitgeverij Mondadori en in Nederland door Overamstel Uitgevers.
Het jaar daarop wordt er een film gemaakt van het boek, opnieuw opgenomen door Salvatores.
Lees meer over Niccolò Ammaniti.